Wat zijn nakosten?

Een schuldeiser mag nakosten in rekening brengen indien de rechter in het vonnis een (volledige) proceskostenveroordeling heeft uitgesproken ten laste van de gedaagde/schuldenaar. In de praktijk zal de deurwaarder de nakosten in rekening brengen. De vraag is wat deze nakosten nu zijn en hoe hier mee om te gaan. In dit artikel lichten wij dit nader toe.

De wettelijke basis van de nakosten is terug te vinden in artikel 237 lid 4 Rv. In dit artikel staat het volgende:

“de na de uitspraak ontstane kosten worden op verzoek van de partij in het voordeel van wie een kostenveroordeling is uitgesproken, begroot door de rechter die het vonnis heeft gewezen. Deze geeft daarvoor een bevelschrift af.  Hiertegen is geen hogere voorziening toegelaten”

Proceskostenveroordeling
Nakosten mogen in rekening worden gebracht bij een volledige proceskostenveroordeling. Is er sprake van een gehele of gedeeltelijke compensatie dan mogen er géén nakosten in rekening worden gebracht. Er mag ook geen btw ten laste van een schuldenaar worden berekend over de nakosten. Omdat nakosten alleen in rekening gebracht mogen worden indien er sprake is van een proceskostenveroordeling kan bij uitgereikte dwangbevelen van bijvoorbeeld de KvK of het CJIB nooit sprake zijn van nakosten.

Waar moet u aan denken bij deze term?
Nakosten zijn de kosten die zijn ontstaan na een gewezen vonnis. Echter, dit zijn geen executiekosten. Denkt u bijvoorbeeld aan werkzaamheden met betrekking tot:

– het onderhouden van contacten zowel schriftelijk als telefonisch met derden en de schuldenaar;
– het verwerken / registreren / bewaken van ontvangsten/betalingen;
– bestuderen van het vonnis;
– met schuldeiser contact onderhouden over uitkomsten vonnis  –> Hoe incasseren?

De oude situatie
Het was gebruikelijk om tot 4 oktober 2005 de nakosten in rekening te brengen zonder een zogenaamd verzocht bevelschrift van de rechter. Echter, het hof ’s-Hertogenbosch heeft op 4 oktober 2005 geoordeeld dat een proceskostenveroordeling niet automatisch betekent dat een schuldeiser ook nakosten in rekening mag brengen. Vanaf dat moment moest een schuldeiser dus eerst een speciaal bevelschrift vragen aan de rechter om deze kosten toch in rekening te mogen brengen bij de schuldenaar.

De nieuwe situatie
Op 19 maart 2010 is het voornoemde veranderd. De Hoge Raad  heeft toen namelijk besloten dat een schuldeiser wel automatisch nakosten in rekening mag brengen zodra er sprake is van een proceskostenveroordeling. Het is niet meer nodig om een apart bevelschrift aan de rechter te vragen. Het enkele feit dat er sprake is van een (volledige) proceskostenveroordeling is voldoende om deze in rekening te mogen brengen. De rechter begroot deze kosten overigens niet in het vonnis. De vraag is dus welke nakosten in rekening gebracht mogen worden.

De hoogte van de nakosten in kantonzaken
In aansluiting op het arrest van de Hoge Raad heeft op 23 december 2010 de Voorzieningenrechter te Amsterdam bepaald welke kosten nu redelijk zijn. Deze kosten zijn bij kantonzaken redelijk als de kosten niet meer bedragen dan 50% van het voor rechtbankprocedure geldende liquidatietarief (klik hier voor een overzicht). In kantonzaken wordt in de regel bij verstekzaken (schuldenaar is niet verschenen ter zitting)  1 punt toegewezen.  Er mag dan een half punt van het zogenaamde toegewezen salaris gemachtigde in rekening worden gebracht bij deze verstekzaken. Als de schuldenaar wel is verschenen ter zitting, vonnis op tegenspraak, dan worden veelal meerdere punten salaris toegewezen. Er moet dan worden gekeken naar de hoogte van de toegewezen hoofdsom hoeveel nakosten gerekend mogen worden.

Hierbij wordt erop gewezen dat het maximumbedrag aan nakosten in kantonzaken € 199,- bedraagt.

De hoogte van de nakosten in rechtbankzaken
In rechtbankzaken gelden andere bedragen, namelijk:

– € 131,00 zonder betekening van de titel (rechterlijke uitspraak);
– € 205,00 bij een kostenveroordeling in conventie en reconventie zonder betekening;

Deze bedragen worden bij betekening van de titel verhoogd met € 68,00.

Betwist de nakosten
Als u het niet eens bent met de nakosten, dan is het raadzaam om deze te betwisten. Doe dit altijd schriftelijk en goed gemotiveerd. Denk bijvoorbeeld aan een verweer dat de nakosten niet in verhouding staan met de uit te voeren werkzaamheden. Bovendien is het niet altijd duidelijk of de nakosten überhaupt worden gemaakt en tot welk bedrag dan. Er is niet te voorzien welke (substantiële) werkzaamheden worden verricht die deze nakosten zouden rechtvaardigen. In het geval dat de nakosten worden betwist, dan zal de schuldeiser/deurwaarder de nakosten alsnog moeten laten begroten door de rechter! (zie voorgaande uitspraak van de Voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam d.d. 23 december 2010). De vraag of een deurwaarder een schuldenaar op deze mogelijkheid moet wijzen lijkt overigens nog niet te zijn beantwoord. Wel is het zo dat bij het betwisten van de nakosten het de taak van de deurwaarder is om te oordelen of de nakosten niet de grenzen van het redelijke overschrijden.  De deurwaarder zal hier gemotiveerd op moeten antwoorden.