Op 5 oktober 2015 heeft de Voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel een interessante uitspraak gedaan. Klik hier om de volledige uitspraak te lezen. In dit artikel zullen wij deze uitspraak bespreken.
Een deurwaarder heeft beslag gelegd op de inboedel van een man en vrouw. Zij staan onder beschermingsbewind. De bewindvoerder is het niet eens met het beslag en maakt een executiegeschil aanhangig. Een executiegeschil is een procedure bij de rechtbank die de schuldenaar start omdat hij het niet eens is met de wijze waarop het vonnis wordt uitgevoerd.
De bewindvoerder is het niet eens met het beslag omdat de inboedel waarop beslag is gelegd van ‘kringloopkwaliteit’ is. Wanneer de deurwaarder deze inboedel door middel van een executieverkoop zal verkopen, zal dit slechts enkele tientjes opbrengen. De kosten van de deurwaarder die een executieverkoop met zich meebrengt zijn vele malen hoger. De man en vrouw zullen bij een executieverkoop hun spullen kwijt zijn, een hogere schuld hebben en nieuwe inboedel moeten kopen. Kortom: de executieverkoop dient dan geen enkel redelijk doel. Omdat door een executieverkoop ook de schuldeiser niet beter wordt, heeft deze geen enkel belang bij een executieverkoop. Een executieverkoop is in dit geval misbruik van bevoegdheid.
De Voorzieningenrechter heeft bepaald dat de deurwaarder de inboedel niet mag verkopen. Als de deurwaarder dit wel doet, moet hij een dwangsom van € 5.000,00 betalen.
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Dan dan vrijblijvend contact met ons op.